50 jaar – Een uniek staaltje gemeenschapszin

Overzichtsfoto van de Kerstsamenzang 2014. Het kinderkoor olv Annahes Boezeman en Dicky van der Veer, de algehele pianobegeleiding in handen van Skip van Rooij, het podium klaar voor de solisten (Filiae, de zusters De Wit en Free olv Marianne van Manen), het volwassenenkoor, het orkest en Henk Boswijk als dirigent van het totaal. Ook in de zaal een kind centraal vooraan!

Inleiding

In de beschrijving van de geschiedenis van 50 jaar Kerstsamenzang komt een deel van het sociale leven in Hoevelaken als burgerlijke gemeente naar voren. Het muzikale leven, de koren, de fanfare, een dixieland- of popband, de kerken, de vele concerten in de kerken, Sparrendam en Topkring en haar opvolgers, het maakt(e) deel uit van de sociale en culturele activiteiten van het dorp. We hopen met deze publicatie daaraan ook een bijdrage te leveren.

In het organiseren van de activiteiten voor de Kerstsamenzang zijn ontelbaar vele uren gestoken. Gaan we er bijvoorbeeld van uit dat 10% van de leden van organiserende comités, en 5% van de leden van koren en orkesten jaarlijks ver’verst’ worden, dan hebben ongeveer 75 mensen een verantwoordelijkheid gehad bij de organisatie; hebben zeker 750 mensen via koren of orkesten meegewerkt, en hebben zeker 750 kinderen via ‘De Hoevezangertjes’ en de basisscholen meegedaan aan de Kerstsamenzang. Een enorm aantal voor een dorp als Hoevelaken!

Het is daarom ondoenlijk de namen van alle betrokkenen bij de organisatie te noemen. We hopen op begrip hiervoor. We willen als auteurs onze namen daarom ook niet genoemd hebben, niet uit gebrek aan respect voor de lezer, die uiteraard uiteindelijk via het organiserend comité best te weten kan komen wie wij zijn, maar juist uit respect voor al die mensen.

Ons onderzoek en de interviews die we gehouden hebben, hebben ons het gevoel gegeven dat bij al de mensen die betrokken zijn geweest bij bestuur en organisatie, soms gedurende decennia, veel bescheidenheid over hun bijdrage heerst. En dat is onterecht, vinden wij. Daarom dragen wij ons werk aan hen op.

We danken al degenen die we mochten interviewen voor deze geschiedschrijving.

We danken de betrokkenen van Historisch Hoeflake voor hun medewerking en de anderen die hun archief ter beschikking hebben gesteld.

Dankzij een kleine subsidie van de Gemeente Nijkerk kon in december 2015 hiervan een boekje van 28 bladzijden met een 25-tal illustraties worden vervaardigd. Pim van Duijn van ‘IQBuzz–creatieve communicatie’ heeft toen de vormgeving en drukken van dat boekje verzorgd. Die uitgave was in principe niet te koop, want alleen gemaakt als geschenk voor de medewerkers aan de Kerstsamenzang. Daarnaast konden de bezoekers van de Kerstsamenzang 2015 de uitgave krijgen, in ruil voor een extra gift aan het goede doel van dat jaar.

Formele opmerkingen

Het schrijven van de tekst voor het boekje (najaar 2015) is, voor zover geen feitelijke gegevens vermeld worden, gebaseerd op voorzichtige interpretatie van de onderzochte zaken. Daarnaast is ook geprobeerd om enige petite histoire op te nemen, leuke verhalen om de feiten te illustreren, in een context te plaatsen.

Maar het is met geschiedenis als met het huishouden: ben je net klaar met stoffen, kan je opnieuw beginnen. Dit verhaal zal ook nooit klaar zijn. Na deze eerste poging is er al wat aangepast in de tekst, en er zal zeker een tweede ronde komen; er zullen weer dingen ‘neerdalen’. We hopen dat iemand dan weer gaat stoffen!

Formele opmerkingen

Het schrijven van de tekst voor het boekje (najaar 2015) is, voor zover geen feitelijke gegevens vermeld worden, gebaseerd op voorzichtige interpretatie van de onderzochte zaken. Daarnaast is ook geprobeerd om enige petite histoire op te nemen, leuke verhalen om de feiten te illustreren, in een context te plaatsen.

Maar het is met geschiedenis als met het huishouden: ben je net klaar met stoffen, kan je opnieuw beginnen. Dit verhaal zal ook nooit klaar zijn. Na deze eerste poging is er al wat aangepast in de tekst, en er zal zeker een tweede ronde komen; er zullen weer dingen ‘neerdalen’. We hopen dat iemand dan weer gaat stoffen!

Hoe het begon, kort na 1960

Je kan wel zeggen: er waart in Hoevelaken in de jaren ’60 en ‘70  een pioniersgeest rond. Men wil scheppend bezig zijn, niet conserverend, zoals vaak in onze tijd. Men leeft vanuit een heerlijk vooruitgangs-perspectief, in economisch opzicht, in sociologisch opzicht, en aanvankelijk ook nog in zorgeloosheid om het milieu. Ook voor de Kerstsamenzang worden in die tijd paden gecreëerd die grotendeels nu nog worden bewandeld.

Het agrarisch lintdorp Hoevelaken is lang een rustige gemeenschap geweest. In 1920 telde het 1190 inwoners, waarvan 88% Hervormd, 6% Katholiek en 5% Gereformeerd, begin 1960 was dat nog ‘maar’ gegroeid tot 2539 inwoners, waarvan 78,8% Hervormd, 10% Katholiek, 8% gereformeerd, en toen ook 3,2 % buitenkerkelijken. Was de netto groei in 1960 al 85 personen, in de jaren daarna was de groei nog veel groter: in 1963 al 3170 inwoners, en in 1970 waren er al meer dan 5000!

Vooral de nieuw gevestigde gelovigen anticiperen in 1963 al op de ingezette groeiplannen van het dorp. De hervormden vinden wel een ‘thuis’ in de Dorpskerk, maar voor de katholieken en gereformeerden is er helemaal nog geen plaatselijke kerk. Het is niet prettig te kerken buiten de eigen woongemeenschap, dat gold toen natuurlijk nog veel sterker dan nu. De katholieken richten in dat jaar een parochie op, en de gereformeerde kerk vanuit Zwartebroek een kerk. Men wil zo de gemeentevorming in Hoevelaken bevorderen. Omdat vooral de nieuwe kerken aan de basis hebben gestaan van zoiets gemeenschappelijks als de Kerstsamenzang besteden we eerst aandacht aan hun ontstaansgeschiedenis in Hoevelaken.

St. Paulus

De Hoevelakense katholieken krijgen aanvankelijk behoorlijk wat tegenwerking vanuit de pastorie in Hooglanderveen, waar ze tot dan onder vallen. Die zien niet graag een volwaardige parochie ontstaan in Hoevelaken: dat zal een flinke aderlating voor hen worden. Tegelijkertijd met de kerk wil men in Hoevelaken ook nog een eigen koor oprichten, het Pauluskoor!

Eind 1962 wordt bekend dat het ‘Fraanje-kerkje’ aan de Westerdorpsstraat 17[1] ter beschikking komt. Na vertrek in 1960 van de gemeente rondom Ds. Fraanje is het verhuurd aan een naaiatelier, maar dat trekt er al weer uit. Er moet snel gehandeld, maar vergaderen in kerkelijk verband gaat moeilijk, want dan zit ‘Hooglanderveen’ er bij. Dus wordt er fluks een afdeling van de KVP opgericht, die gaat vergaderen bij café De Foep. Daar worden de dingen geregeld buiten het ‘zicht’ van Hooglanderveen en wordt ook het Pauluskoor opgericht. Eerst bestaat het nog alleen uit mannen.

15 december 1974, de laatste dienst van de Paulusparochie in het Fraanje-kerkje op De Wiekslag, Theo Keet dirigeert, organist is Cees Hommel.

Het kerkje wordt hen aangeboden na een snel en onherroepelijk genomen besluit in de gemeenteraad van Hoevelaken. Het bisdom kan dan niet anders meer, en met man en macht wordt het kerkje in een paar maanden geschikt gemaakt voor diensten. Er wordt door de parochianen gesloopt, getimmerd, geverfd en tapijtvloertegels voor een lage prijs ingekocht en gelegd. Er wordt een harmonium geregeld én een musicus die er op kan spelen! Half april, met Pasen 1963, wordt het kerkje al ingewijd, die voortaan de St. Pauluskerk of Pauluskapel heet.

De pastoor van Hooglanderveen, die voor moet gaan omdat de Paulus-parochie daar organisatorisch (nog) onder valt, is verrast door het optreden van het Pauluskoor en de begeleiding op het harmonium. Hij kan het niet nalaten in deze dienst te zeggen dat gezongen diensten voor wat hem betreft niet zo nodig zijn, en dat hij nader overleg over het koor wil… Enige tijd later wordt Hoevelaker Theo Keet de eerste dirigent, en blijft dat tot juni 1990; meer dan 25 jaar!

Wat later komt er ook een vrouwenkoor in de parochie, en zoals dat vaak met mannen en vrouwen gaat: ze zoeken elkaar tóch op, en in dit geval vormen ze één ‘gemengd’ Pauluskoor. Tegenover de inspanning is er ook meteen de aandacht voor de ontspanning in het koor: het Ceciliafeest wordt v.a. 1963 in de kelder van dorpshuis De Stuw gevierd, maar later op feestelijker locaties.

De gereformeerden

Vanuit de kerk in Zwartebroek wordt er begin 1963 een kerk opgezet in Hoevelaken, die voorlopig onder Zwartebroek valt. Misschien vinden ze het wel spijtig dat de katholieken hen net voor zijn en het Fraanje-kerkje hebben weten te kopen. Nu is alleen de grote ruimte van het net nieuwe dorpshuis De Stuw beschikbaar om samen te komen. Al in februari 1963 is er een eerste dienst; daarmee zijn ze de katholieken dan net wél wat voor.

Meteen zijn er ook plannen voor een koor, maar de gereformeerden kiezen er voor om een koor op te richten dat zich niet exclusief op de eigen kerkdiensten richt, en dus op alleen mensen uit de eigen kerkelijke gemeente. Ze hopen hiermee de gemeenschapszin te bevorderen, en ‘kerk in de wereld’ te zijn, zich open te stellen voor andere christenen. In de samenleving van toen, waarin de kerk een nadrukkelijke rol vervulde, niet zo vreemd.

In maart 1965 wordt dan het Christelijk Gemengd koor ‘Vox Jubilans’ opgericht, niet door ‘de mannen die uit Zwartebroek komen’, maar bewust onder voorzitterschap van een Hoevelaker, om zo het idee te vermijden dat het ‘van buitenaf’ komt. Het koor begint met 12 leden te repeteren op de dinsdagavond in dorpshuis De Stuw aan de Meerveldlaan, waar men ’s zondags ook kerkt.

Vox Jubilans staat losser van de Gereformeerde kerk als het koor van de Pauluskerk, maar de kerkelijke gemeente wordt pas in 1972 zelfstandig van Zwartebroek, dat is dan weer anders dan bij de St. Paulusparochie. Het kan best zijn dat de kerkenraad in Zwartebroek pas op het moment dat de eerste plannen geopperd worden om met de in 1969 van de Dorpskerk afgesplitste groep ‘vrijzinnig’ Hervormden samen een kerk te gaan bouwen gedacht heeft: laat ze dat maar zelfstandig oppakken, dat is beter.

Net als bij het Pauluskoor is de eerste tijd moeilijk. Er moet een reglement komen, en daar moet meteen al een artikel in komen dat de leden verplicht om op tijd te komen, anders helpt men niet aan het bevorderen van het doel der vereniging! De eerste dirigent wordt al snel opgevolgd door een ander, E.J. Kas, en een aantal leden van het eerste uur haakt al weer af. De één omdat het koor is niet echt interkerkelijk is, want het zingt alleen in Gereformeerde diensten, en met ‘de verbondsleer’ van de Gereformeerden is hij het niet eens, schrijft hij.

Een vrouwelijk lid haakt af omdat ze in de pauzes snel met haar auto even naar huis rijdt, om te luisteren of haar kinderen (nog) wel rustig slapen. Haar man is weken afwezig wegens zijn werk. Ze vindt dit uiteindelijk te veel stress (een woord dat men toen niet kende!) opleveren: ze mist de pauzes altijd, en zingt toch niet rustig. Het koor repeteert van 8 uur tot 10 uur. Tja, de kosten van oppas iedere week waren in die tijden kennelijk ook al niet makkelijk op te brengen. De groeispurt in welvaart die vanaf 1963 in Nederland wordt ingezet, na zoveel jaren van geleide loonpolitiek moet nog komen! Maar ze had al wel een auto, ook niet zo gewoon in 1965.

Toch groeit het koor door naar een dertig leden en het kleine zaaltje waar ze in repeteren is al gauw te klein. In de grote zaal willen ze op het podium staan, maar dat is een probleem. Als het later wel mag, wordt in 1970 ook het podium weer te klein en te warm…

Het kruispunt Hoevelaken ter hoogte van sigarenmagazijn ’t Kraayenest (waarvan uiterst links het bord zichtbaar is), Amersfoortsestraat 5, toen nog gemeente Hoevelaken. Ondanks dat de foto uit 1954 stamt geeft het toch wel een beeld van het Hoevelaken begin jaren ’60.

Kort na de start van Vox Jubilans in ’65 wordt besloten om een Kerstsamenzang te organiseren, en het koor gaat bijv. ook jaarlijks meedoen aan de Dodenherdenking op 4 mei. Het zoekt ook daarmee haar plek in de gemeenschap.

In 1966 en ’67 krijgt het koor al gemeentelijke subsidie, maar in 1968 antwoordt het bestuur van het koor op een brief van B&W van Hoevelaken waarin aangeboden wordt om weer subsidie aan te vragen, dat men dat niet gepast acht: de financiën zijn toereikend en men heeft ‘een tekort’ aan leden: Vox Jubilans telt dan 4 tenoren, 8 bassen, 13 alten en 14 sopranen. Ondanks dat dit wel gedacht wordt, blijkt uit de bevestiging van de subsidie in andere jaren niet dat het een voorwaarde is dat Vox Jubilans dan een Kerstsamenzang organiseert.

In april 1967 start Vox Jubilans ook met een kinderkoor, en daar zat een lange-termijngedachte achter: zo kweek je jonge aanwas voor het volwassenkoor. Het is een succes, want volgens het jaarverslag meldden zich meteen wel 50 kinderen aan. Ook die repetities worden in De Stuw gehouden. Een eerste uitvoering wordt voorzien voor begin 1968, en het kinderkoor werkt meteen in 1967 mee aan de Kerstsamenzang! Pas later, na een prijsvraag eind 1967, krijgt het koor de naam ‘De Hoevezangertjes’.

Vox Jubilans gaat meewerken aan concerten in de regio met andere koren, en geeft in het najaar een eigen concert, locatie later meestal Sparrendam, de ‘hobby’ van dorpsdokter Dr. Klaarenbeek, die veel betekent heeft voor Hoevelaken, en niet alleen op medisch gebied. Hij was een groot voorstander van ontspanning van de mens door muziekbeoefening, en kocht daarom de oude hoeve Sparrendam, en liet die opknappen tot fraaie locatie voor o.a. muziekuitvoeringen. Er was iedere week wel wat te doen. Dr. Klaarenbeek verzocht Vox Jubilans en het Pauluskoor in 1971 samen een najaarsconcert te verzorgen in Sparrendam, en zo kan Dr. Klaarenbeek ook een stimulerende rol hebben gehad in de samenwerking tussen Vox Jubilans en Pauluskoor bij de Kerstsamenzang, die het jaar daarna ontstond.

Dr. Frits Klaarenbeek speelt viool bij de opening van Sparrendam in 1971, na de grote verbouwing van de totaal verkrotte boerderij.

De eerste jaren van de Kerstsamenzang

Meteen in 1965 maakt het bestuur van Vox Jubilans dus ook plannen voor een Kerstzangdienst, zoals het toen nog heet. Er wordt zelfs een briefje geschreven aan de werkgever van een lid met het verzoek hem de cursus die hij moet doen niet op dinsdag, maar woensdag te laten volgen, zodat de man de repetities kan bijwonen!

De uitvoering van de Kerstsamenzang kan ook goed in De Stuw. Die vindt kort voor de Kerst plaats. Voor het eerst mag het koor op het podium staan. Er is helaas geen programma bewaard gebleven. Maar in het gestencilde[2] jaarverslag november 1967 wordt van ‘volle zalen’ gesproken, en groot enthousiasme.

Het is dus een succes, en in de jaren daarna organiseert Vox Jubilans telkens de Kerstsamenzang. Vanaf 1967 doet daar ook al het door Vox Jubilans opgericht kinderkoor onder de naam ‘De Hoevezangertjes’ aan mee. Ook dat pad is toen geëffend en nooit meer verlaten: een kinderkoor is nog steeds een onverbrekelijk onderdeel van de Hoevelakense Kerstsamenzang!

Vanaf 1971 zijn er ook schriftelijke stukken dat het Fanfarekorps ‘Te Hoevelaken’ meedoet aan de Kerstsamenzang, maar het is waarschijnlijk dat die samenwerking al eerder begon, maar nooit vermeld is in jaarverslagen, omdat het ‘gewoon zo was’.

Ook staat in het jaarverslag van Vox Jubilans over 1972 vermeld dat men in 1973 weer het Pauluskoor en “de gospelgroep” bij de Kerstsamenzang wil. Zo is ook het pad voor deelname van allerlei andere muziekgroepen aan de Kerstsamenzang in de eerste tien jaren gebaand, en in essentie niet meer verlaten.

De Kerstsamenzang heeft in minder dan tien jaar haar plek in de Hoevelakense samenleving vast veroverd, zo lijkt het. Verderop bespreken we de verdere ontwikkeling van de Kerstsamenzang over deze zo mooi gecreëerde paden.

De rol van dorpshuis De Stuw in de ontwikkelingen

De Stichting tot Ontwikkeling van de N.W. Veluwe is nauw betrokken bij de totstandkoming van De Stuw in 1961. Daartoe is al in mei 1960 een vereniging opgericht. Het gebouw is voor iets meer dan de helft gefinancierd door particulier kapitaal, met allerlei acties opgehaald, waaronder een forse bijdrage van de familie Van Aalst van Huize Hoevelaken. De andere helft is Provinciegeld.

Burgemeester Veen zegt bij de opening dat het gebouw de behoefte aan een nieuwe en moderne levensstijl stimuleert. Maar de maatschappelijke gevolgen daarvan kunnen een groeicrisis veroorzaken. Vooral de jeugd stelt oude gewoonten als versleten terzijde, en dit nieuwe dorpshuis is een middel tot nieuwe waarden. Maar met het nieuwe gebouw zijn we er niet: het woord is nu aan de inwoners, zegt Veen tot slot. Het is de opmaat tot een vernieuwing van het gemeenschapsgevoel in Hoevelaken.

Het op 24 maart 1961 door de CvK geopende dorpshuis De Stuw aan de Meerveldlaan waar, na een grondige verbouwing in 1980, sindsdien de Bibliotheek gevestigd is. De Stuw vertrok toen naar de nieuwbouw op de Brink.

De ‘Stuwraad’, waarin het verenigingsleven in Hoevelaken is vertegenwoordigd, komt er onderling niet uit wat die vernieuwing van waarden dan moet zijn. Zij verzoekt in april 1963 dezelfde Stichting die de bouw van De Stuw begeleidde dan maar een onderzoek te doen naar de gewenste veranderingen, en de belemmeringen daarbij. Die heeft veel tijd nodig, en na 2,5 jaar, in oktober 1965 wordt het onderzoeksrapport ‘Hoevelaken verandert en werkt’ openbaar. Het moet een zware bevalling zijn geweest, ook de titel.

 

Dit rapport wordt vervolgens pas 8 maanden daarna besproken, na de reguliere raadsvergadering van 23 juni in Gemeentehuis Hoevelaken. Het kan dan een hele zomer ‘bezinken’.

Burgemeester Veen, verzoekt de inwoners van Hoevelaken die op publieke ‘tribune’ zitten te blijven zitten en te participeren in de bespreking en discussie die zal volgen. Uit het latere verslag blijkt niet duidelijk of er nu ook discussie mogelijk is tussen raadsleden en burgers, maar het lijkt er op dat Veen hiermee een stukje democratische vernieuwing heeft willen toepassen, ter bevordering van de gemeenschapsopbouw in Hoevelaken. Of is er sprake van een ‘impasse’ die alleen zo doorbroken kan worden? De mentale en culturele tegenstellingen tussen ‘oude’ en nieuwe bewoners komt natuurlijk weer naar voren, maar er is ook besef dat men het samen moet doen. Er wordt daarom veel gepleit voor coördinatie, en die is er kennelijk vanuit de Gemeente nog niet of nauwelijks. Er is geen goede afstemming van de activiteiten van de diverse verenigingen in De Stuw, bijv. te veel concerten binnen korte tijd. Deken Hoorneman, pastoor van de Paulusparochie pleit voor meer vrouwen in de commissies en besturen. Een oud-Hoevelaker zegt dat Hoevelakers eerst de kat uit de boom kijken, en dat bepaalde verenigingen staan of vallen met een goede voorzitter. De consulent van de Stichting tot Ontwikkeling van de N-W Veluwe, de heer De Graaf, ontkent dat: als het van de voorzitter afhangt, is er iets fout in zo’n vereniging, maar beaamt wel dat het gaat om een compromis te vinden tussen nieuwe en oude waarden in het verenigingsleven in Hoevelaken.
Voorlopig blijft de ‘Stuwraad’ het gremium waar men elkaar kan spreken en afspraken kan maken, en in 1968 wordt Vox Jubilans dan ook lid van de De Stuw en daarmee uiteindelijk medeverantwoordelijk voor het gebouw en de exploitatie. Er is een fors bestuur van 10 leden, en de vereniging telt op dat moment 27 plaatselijke verenigingen als lid, zoals sportverenigingen, een ondernemersvereniging, politieke partijen, maatschappelijke verenigingen, zoals de Volksuniversiteit, en de Padvinderij. In april 1969 wil de “Rooms-Katholieke Gemeenschap” ook lid worden. Er is eind jaren ’60 ‘gedoe’ met huurders, beheerders-echtparen en de financiën, en al na een jaar of acht blijkt het gebouw eigenlijk te klein. Zelfs een kleuterschool huurt een lokaal, en ’s zondags ‘kerken’ naast de gereformeerden vanaf eind 1969 ook de afgescheiden groep uit de Dorpskerk in De Stuw. De Stuw draait toch met verlies, en start men met de verkoop van gehaktballen en kroketten om de omzet op te vijzelen. De drankprijzen verhogen stuit op taai verzet van de leden, die immers ook de huurders zijn die dat moeten gaan betalen!

De AMRO bank die ook in het gebouw zit -een echt multifunctioneel gebouw!- trekt er eind 1969 uit, maar is wel bereid tot half 1970 de huur te blijven betalen, waardoor het bestuur een eigen ruimte kan krijgen, of de fanfare. Maar de NMB-bank wil de kamer na half 1970 wel huren, zegt het bestuur: de huurinkomsten zijn hard nodig.

Men begint rond 1970 al te praten over nieuwbouw, zo’n succes is dit Dorpshuis! De ambities van Hoevelaken liggen hoog: het gemeentebestuur zegt naar een gemeente met 20.000 inwoners te willen, maar in het bestuur van De Stuw wordt gesteld dat een Dorpshuis voor 10.000 inwoners voorlopig genoeg is, als er architectonisch maar rekening gehouden wordt met verdere uitbreiding. De plannen voor de nieuwbouw zullen uiteindelijk pas in 1980 resulteren in een nieuw gebouw, met als uniek punt de schuilkelder onder het hele veelkantige gebouw.

Intussen moet men door met het veel te druk bezette oude gebouw, en het voortdurend overleg met alle leden-huurders. Het is een heel mooi voorbeeld van het ‘beoefenen’ van de gemeenschapszin. Bijv. de drankprijzen: ‘De raad van elf’ vindt dat De Stuw een sociale functie heeft, en de prijzen daarom niet te hoog mogen zijn. Het bestuur wil echter rekening houden met de horeca ter plaatse en de exploitatie-uitkomsten. In 1974 wordt de prijs van een fles wijn echter op voorstel van het bestuur verlaagd van 9 naar 7 gulden, ook weer onder protest van een enkel lid…

Veel jeugdgroepen gebruiken de zalen, maar die zijn daar eigenlijk niet passend voor, wat tot extra onderhoud leidt, en dus kosten. De Stuw neemt ook het padvindershuis Hiawatha buiten Hoevelaken dan maar onder zijn hoede, om meer flexibel te zijn.

Want ‘de jeugd’ geeft overlast; er is geluidsoverlast voor de buurt, en regelmatig moeten de beheerders tot diep zaterdagnacht werken om de zalen weer schoon te krijgen voor de kerkdiensten op zondagmorgen.

De jeugdsoos ‘Cerny’ wordt in 1972 lid, omgedoopt in ‘Hoevelakense jeugdsoos’.

Het is niet uit de stukken op te maken of het deze soos is, maar op een zaterdagavond in mei 1973 sluit de in 1972 aangetreden burgemeester F. Hoekstra (PvdA) een soos-avondwaarna een spontane ‘hearing‘ (echt een jaren ’70 term, ontstaan na de studentenrevolte in 1968) met de jeugd in het Gemeentehuis ontstaat, waarbij het college van B&W aanwezig is. Het is een uitbarsting die de frustraties van die jaren goed weergeeft[3]. En waar gaat het over? De totale exploitatiekosten incl. gebouwonderhoud voor 1975 zouden anno nu € 65.000 zijn, waarvan 25.000 euro gesubsidieerd wordt.

De nieuwbouwplannen komen niet verder omdat B&W eerst een visie op een nieuw centrum moet maken. Het gebouw wordt in de zomer van 1974 dan maar wat opgeknapt. Er moet ook een Culturele nota komen van B&W. De Gemeente wil via lidmaatschap wel in het bestuur van de Stuw komen, en zo medeverantwoordelijk worden, maar dat lukt dan weer niet, wegens het ontbreken van voldoende stemgerechtigden op de ledenvergadering…

In 1970 eindigt de Kerstsamenzang in De Stuw

Vanaf 1970 vindt de Kerstsamenzang niet meer plaats in De Stuw, in dat jaar wijkt men (eenmalig) uit naar de Brugkerk aan de Schuilenburgerweg in Amersfoort. Daarmee komt een einde aan de Kerstsamenzang in De Stuw voor vele jaren.

Maar Vox Jubilans blijft er nog wel repeteren, en de Hoevezangertjes ook. Met de kerkdiensten van de afgescheiden groep uit de Dorpskerk en de gereformeerde kerkgemeente blijft De Stuw voor velen toch een gebouw waar men minstens een keer per week komt, en daarmee een zeer belangrijk gebouw voor het dorp.

Midden in de weilanden bouwde in deze foto uit 1969 Topkring (onderaan, gedeeltelijk op de foto) haar nieuwe gebouw en midden rechts zien we de Kijftenbeltschool (later De Spreng), latere uitvoering- en oefenlocaties van de Kerstsamenzang.

De periode 1970-1990

Het stoppen met de Kerstsamenzang in De Stuw, de overgang naar Topkring als locatie, en de beginnende samenwerking met het Pauluskoor bij de Kerstsamenzang markeren de overgang naar een andere periode in de ontwikkeling van de Kerstsamenzang.

Vanaf 1971 wordt Topkring (later Topkring-Cenico, Intres, en nu Euretco) namelijk de vaste locatie van de Kerstsamenzang. Het bestuur van Vox Jubilans stuurt in oktober 1971 een eerste briefje naar de directie of men de grote zaal kan gebruiken voor de Kerstsamenzang, “een zangdienst met eventuele medewerking van het fanfarekorps ‘Te Hoevelaken’ ”. Er werken dan al mensen bij Topkring die ook zingen bij Vox Jubilans, en die zullen vast al wat ‘voorwerk’ hebben gedaan bij de directie, want anders was het briefje wel wat laat en kort… Ook hier is dus een langdurig pad geëffend!

Met ingang van de Kerstsamenzang 1972 doen naast Vox Jubilans, de Hoevezangertjes en Fanfarecorps ‘Te Hoevelaken’ ook het Pauluskoor en de opgerichte gospelgroep de ‘Religion Singers’ standaard mee. Het idee groeit dat de Kerstsamenzang een platform voor willekeurig ieder koor of muziekgroep uit Hoevelaken zou moeten zijn die de behoefte voelt om mee te doen. Ook individuele personen dragen bij. Zo doet de later bekende nieuwslezer Eef Brouwers, toen nog journalist te Amersfoort, de lezing van Lucas 2. Wie had dat gedacht van de latere directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst…

Dat iedereen mee moet kunnen doen past ook in de ontwikkeling van het muziekleven in Hoevelaken in die periode. Gestimuleerd door de mogelijkheden van Sparrendam, vanaf 1975 de eigen gebouwen van De Eshof en de Paulus Geloofsgemeenschap, en vanaf 1980 het nieuwe dorpshuis De Stuw daar vlakbij op de Brink, beschikt Hoevelaken over een groot aantal oefen- en uitvoeringslocaties. En het aantal uitvoeringen wordt in deze jaren steeds meer en groter; een explosie van muzikaliteit en organisatie’lust’.

In Topkring wordt ook veel uitgevoerd, want naast hun grote zaal ter beschikking te stellen voor de Kerstsamenzang, wordt bijvoorbeeld ook een zangfestival van vier koren, waaronder Vox Jubilans, solisten en een strijkersensemble op 26 oktober 1974 gastvrijheid verleend. De opbrengst van de avond is voor het B.A.K., het Bouw Aktie Komite[4] van de protestants-christelijke kerken, die hiermee fondsen verzamelen voor de bouw van een gezamenlijke kerk aan De Veenslag, De Eshof. De Eshof en het nieuwe gebouw van de Paulusparochie komen pal naast elkaar te liggen. En weer zijn de katholieken de protestanten net iets te snel af: het Pauluscentrum wordt in januari 1975 door Kardinaal Alfrink ingewijd, en de diensten in De Eshof beginnen in juni dat jaar[5].

Een goede plek om iets te vermelden over de Hoevelakense (protestantse) kerkgeschiedenis rond deze tijd. Hervormd Hoevelaken splitste zich in 1969 in een ‘vrijzinnig’ deel en een ‘rechtzinnig’ deel. De ‘rechtzinnigen’ bleven in de Dorpskerk en de ‘vrijzinnigen’ gingen als deelgemeente voortaan samenkomen in De Stuw. Daar kerkten ook ‘de Gereformeerden’ al sinds 1963. Men ging een gezamenlijke huurovereenkomst aan met De Stuw, zodat ze onderling konden afstemmen hoe ze de tijden verdeelden op de zondag. Later gingen ze gezamenlijk plannen maken voor een eigen nieuw te bouwen kerk, ‘De Eshof’, die in 1975 gereed kwam. Daar kerkten ze tot 1986 nog apart. De ‘vrijzinnigen’ beriepen toen Ds. D. Monshouwer (1975-2000) als hun dominee, de gereformeerden hadden in 1975 Ds. D. Soeteman als voorganger. Vanaf 1986 vormden beide laatstgenoemde gemeenten een Samen-op-Weg-gemeente, hetgeen in 2004 leidde tot één ‘Protestantse gemeente De Eshof’. Sinds 1994 is Ds. Ellie Boot als predikant aan deze gemeente verbonden, naast andere predikanten voor kortere duur. De Dorpskerk kent vanaf 1975 een tiental verschillende predikanten.

Weer oefenen in gemeenschapszin

Het idee dat ieder koor of muziekgroep een bijdrage mag leveren, en dan ook met een vertegenwoordiger deel uitmaakt van het organiserend comité kent ook zijn schaduwkanten. Alle groepen willen natuurlijk ‘uitpakken’ op zo’n avond, waar zo veel mensen uit het dorp op af komen. Met de manier van uitvoeren, namelijk alle koren en muziekgroepen een individuele bijdrage laten leveren, met daartussen Bijbellezingen van het Kerstverhaal, solo bijdragen, en samenzang met de zaal van bekende Kerstliederen is het steeds moeilijker de avond binnen de tijdsperken te houden. En niet alleen Het Kind staat centraal, maar ook dé kinderen; het kinderkoor. Die worden onrustig na anderhalf uur.

Dus moet er geschrapt en gesneden worden. En dat doet zeer: waarom wij, en niet zij? Ons stuk is beter! Het gemeenschappelijke doel, een mooie avond voor iedereen wordt dan wel eens uit het oog verloren. Groepsdenken (wij en zij) en redeneren vanuit je eigen voorkeuren/kwaliteitsnormen (je boven de ander stellen) liggen dan op de loer. En dan de verschillende achtergronden van katholieken en de protestanten. Het Pauluskoor wil wel eens wat moois in het latijn zingen, maar dat vinden de protestanten dan weer ‘niks’.

Een uitbarsting van gevoelens

Met de Kerstsamenzang 1978 komt er een uitbarsting. Het net een jaar eerder voor het eerst participerende jongerenkoor ‘De Jaos Singers’ gooit de knuppel in het hoenderhok. Ze doen op het laatste moment niet mee, en schrijven er een brief over aan het Pauluskoor en Vox Jubilans (niet de Religion Singers!), samengevat: zij waren toch niet tevreden met de opzet? Nou, toen dachten we: we hoeven dus niet meer mee te doen. De Jaos Singers ergeren zich aan het “teveel aan solistenwerk van de koren”, waardoor een competitie-element ontstaat. Door niet mee te werken dachten de Jaos Singers dat “showelement” te verminderen.

De rapen zijn gaar, en het bestuur van Vox Jubilans stuurt in een lange brief een felle reactie: Dat de Jaos Singers niet meer mee zouden mogen doen is een compleet misverstand, niet van de zijde van Vox Jubilans. Ook deelt Vox Jubilans niet de mening over het competitie- en showelement (en wat bedoelt men daar eigenlijk mee; men wil simpelweg een Gospelgroep, Jeugdkoor, Kerkkoor, Gemengd koor, Kinderkoor en Fanfare aan bod laten komen). Vox Jubilans heeft al de jaren dat zij de organisatie doet altijd een eenvoudige bijeenkomst voor ogen gestaan, met alle koren en de fanfare waaraan de gehele bevolking; jong, oud, kerkelijk en niet kerkelijk gebonden, zou kunnen deelnemen. Misschien moeten zij de organisatie maar overnemen? Het Vox Jubilans bestuur stelt een overleg voor. Later sluit ook het Pauluskoor zich bij dit voorstel aan, in een kort briefje. Het overleg klaart de lucht kennelijk enigszins op.

Andere organisatie opzet, Gemeente komt te hulp

Er wordt een grote stap gemaakt: Vox Jubilans laat ‘haar kindje’ los en stemt er mee in de regie over de organisatie over te dragen aan een Organisatiecommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van álle groepen die meedoen[6]. Weer is een pad geëffend dat tot op de dag van vandaag zo bewandeld wordt. Voor de Kerstsamenzang eind 1979 werken allen zo weer goed samen. Zelfs een dixielandband, de ‘E8 Dixie Seven’ wordt toegevoegd aan het aantal groepen dat optreedt!

Maar de Kerstsamenzang eind 1979 blijkt in de uitvoering een dieptepunt. Het Vox Jubilans bestuur zegt in de ledenvergadering in februari 1980: dit nooit meer zo! De commissie is nog onervaren en moet nog leren samen (de goede) beslissingen te nemen en de taken goed te verdelen.

De Jaos Singers tijdens een uitvoering in het Pauluscentrum. De foto is ongeveer 1985 gemaakt.

In de archieven is ook een eerste verslag van begin 1980 terug te vinden van de vergadering van de organisatie-commissie. Het optreden van de dixielandband wordt chaotisch genoemd, en ze zijn dan ook niet bij deze evaluatie, wordt opgemerkt. Diverse dingen kunnen beter: de zaal heeft weinig sfeer, de geluidsinstallatie was niet best, het solostuk van de fanfare: te veel hooi op de vork, etc. Maar het wordt nu tenminste openlijk besproken. De collecte wordt op voorstel van Vox Jubilans toch niet gebruikt voor het bestrijden van de onkosten, maar gaat naar goede doelen: zending in Zambia en missie in Chili. Goed verdeeld tussen protestant en katholiek.

Oh ja, en volgend jaar weer De Lofstem van de Dorpskerk uitnodigen!, wordt genotuleerd. Maar De Lofstem, het koor van de Dorpskerk, opgericht in het najaar van 1976, houdt de boot nog een aantal jaren af.

Wel verzorgt al in 1976 ouderling Mr. Jaap Haeck van de Dorpskerk, die later als predikant van 1986 tot 1992 landelijk Secretaris Algemene Zaken van de Hervormde Kerk is, de opening met een korte overdenking, maar meer intensieve participatie van ‘de Dorpskerk’ is niet makkelijk te verkrijgen. Het kan best zijn dat ze niet graag in een verband gaan meewerken waar op dat moment de nodige discussies zijn: even ‘ankieken’.

Dan komt er in augustus 1980 een brief van de gemeente Hoevelaken, van de Activiteiten Commissie van de Culturele Raad, aan alle besturen van de zangverenigingen en muziekverenigingen in Hoevelaken. De brief vermeldt dat “wij in het voorliggende seizoen denken aan o.a. de Kerstsamenzang, welke jaarlijks gehouden wordt in Topkring. Omdat wij denken dat deze avonden erg zinvol zijn (maar dat er tevens teleurstellende geluiden waren) stellen wij voor om bijeen te komen voor een bespreking over een goede coördinatie.” De bespreking is uiteraard in De Stuw, dat blijft het centrale gebouw.

Een bijzondere brief, die aantoont dat de ‘burgerlijke’ gemeente ook zorg heeft met betrekking tot een godsdienstige gemeenschaps ‘oefening’. De Kerstsamenzang is inderdaad niet zomaar wat, het raakt inmiddels de kern van de Hoevelakense gemeenschap, kerkelijk of niet-kerkelijk, zoals het Vox Jubilans bestuur dat al formuleerde. Het doet denken aan een latere uitspraak in een recensie van een Kerstsamenzang in de krant in de jaren ‘90: “Je hebt ’s zomers de Dorpsdag[7], en ’s winters de Kerstsamenzang”.

De Gemeentelijke bemoeienis met de nog overgebleven sluimerende frustraties t.a.v. de Kerstsamenzang werkt dan ook positief uit: men voelt zich ook door de Gemeente gewaardeerd. Vox Jubilans en het Pauluskoor besluiten bijvoorbeeld vanaf 1980 niet meer ‘solistisch’ op te treden, maar gezamenlijk liederen te gaan zingen. Het is een voorbode van een nog veel grotere verandering, in het begin van de jaren ’90.

De brief van de gemeente past wel in het eind 1980 genomen raadsbesluit inzake het beleid op het gebied van het ‘Sociaal-cultureel werk’, waaronder ook de activiteiten benoemd als ‘Amateuristische kunstbeoefening en volkscultuur’. De beleidsnota is overigens ‘een must’, want het Rijk verplicht de Gemeente hiertoe. Activiteiten gebonden aan politieke partij of een bepaald kerkgenootschap hebben ‘lage prioriteit’. De Kerstsamenzang wordt niet met name genoemd, en ook in de subsidieaanvraag voor 1981 van Vox Jubilans en de Hoevezangertjes (f 2500 en f 500) wordt de Kerstsamenzang niet (meer) als ‘project’ opgevoerd. Met de oprichting van de organisatiecommissie is immers ook de verantwoordelijkheid voor de kosten naar de commissie verschoven. En de commissie is geen ‘rechtspersoon’.

Het is overigens frappant dat de Rijksoverheid t.a.v. het sociaal-cultureel werk toen al een zelfde politieke tactiek uitvoerde als in 2014 met het verschuiven van de zorg naar de Gemeenten. Het ministerie van CRM en de provincies ‘decentraliseren’ alles naar de Gemeenten, die immers veel dichter bij de burger staan, en waardoor er ook meer democratische invloed is, wordt gesteld. En de Gemeente moeten zo veel mogelijk overlaten aan ‘het particulier initiatief’, maar dit dan wel ondersteunen met een gebouw, organisatiestructuur, etc.

In die jaren kan bij de Kerstsamenzang ook al wel de splitsing tussen de ‘organisatie-commissie’ en de ‘programma-commissie’ als subcommissie zijn ontstaan: zo haal je discussies over inhoudelijke zaken en organisatorische zaken uit elkaar. Weer een voorbeeld van hoe de paden verder geëffend werden.

Kerstsamenzang weer naar De Stuw

Maar met het toenemen van het aantal groepen, die allemaal hun eigen dirigent en muzikale begeleiding hebben, wordt de organisatie toch steeds moeilijker.

In de grote zaal van Topkring-Ceniko (zo heet het in de jaren ’80) kan dit nog, maar het bedrijf gaat fuseren met Beco, van wie het pand in Hoevelaken eind 1984 finaal afbrand. Daarom willen ze groots uitbreiden, en verzoekt men de Kerstsamenzang voor een aantal  jaren een andere locatie te zoeken. Dus wordt het van 1986-1989 weer De Stuw, maar nu de nieuwbouw op de Brink.

De nieuwbouw van De Stuw is in 1980 klaargekomen, en eronder bevindt zich een schuilkelder voor meer dan 1000 personen en het Gemeentelijk Centrum Civiele Verdediging, adres toen Kantemarsweg 6. Het is nog de tijd van de Koude Oorlog en de dreiging van ‘de Russen’ is in die tijd heel levend. Boven die schuilkelder moet de Kerstsamenzang dan gaan plaatsvinden…

De organisatie-commissie realiseert zich al gauw: in die grote zaal gaan maar ca. 400 bezoekers! En waar moet het kinderkoor van zeker 75 kinderen staan? En de andere koren en muzikale begeleiding? Al die ca. 150 mensen op het ene podium? Het wordt een heksentoer, en alles moet van tevoren precies worden uitgedacht.

Plattegrond van de grote zaal in De Stuw met de opstelling van de koren, de musici en de plek voor stoelen van de bezoekers. Een hele puzzel.

En wat voor leuke dingen gebeuren er in de groepen die meedoen in die jaren?

Uit het overgrote deel van de archieven en herdenkingsgeschriften blijkt dat er voornamelijk heel veel plezier en saamhorigheidsgevoel beleefd werd. De mens vindt het leuk om een beeld te hebben van degene met wie er regelmatige omgang is, en als dit beeld iedere keer én bevestigd wordt, én verder groeit, dan geeft dat een warm gevoel. We laten alle in deze jaren betrokken groepen de revue passeren.

Fanfarekorps ‘Te Hoevelaken’

Ieder jaar speelt het korps op de Kerstsamenzang en begeleidt de samenzang. Na 1980 is het aantal blazers op ‘groot koper’ echter zo gedaald dat voor het voortbestaan gevreesd moet worden. Na 1981 doet men niet meer mee met de Kerstsamenzang. Na heel veel gedoe en pijn komt er in 1983 dan definitief een eind aan dit korps, dat vanaf 1928 bestaan heeft. Een groot verlies voor het dorp, vindt men.

Pauluskoor

Het Pauluskoor krijgt in deze jaren bijvoorbeeld goede contacten met het Cäciliachor uit Borgloh, West-Duitsland. Zij gaan daar in het voorjaar 1975 met een bus naar toe, en in het najaar komt er al een tegenbezoek. Het is natuurlijk een hele organisatie, met gastgezinnen, ontvangsten, concerten, vervoer, en zo. Het najaar daarop komen de Duitsers weer en wordt er een gezamenlijk concert gegeven in Sparrendam, dat lovend beschreven wordt in het Hoevelakens Nieuwsblad. Rond 1980 worden de contacten weer minder. Het Pauluskoor wil vooral een kerkkoor zijn en doet veel aan de liturgische vernieuwing die op gang komt in die jaren.

Maar ook aan ‘het sociale’ blijven de koorleden veel aandacht besteden. Het plezier van de in de gedenkboeken opgeschreven herinneringen en talloze liederen en sketches tijdens hun jaarlijkse Ceciliafeest stráált er nog steeds van af!

Aan het eind van deze tijdsperiode, in 1990, neemt dirigent Theo Keet na 27 jaar afscheid.

De Lofstem

Ondanks dat De Lofstem in deze tijdsperiode nog niet meedoet aan de Kerstsamenzang, maar vanaf 1990 wel, bespreken we hier ook hun geschiedenis.

De Lofstem wordt vanuit de Dorpskerk in 1976 opgericht, en komt al snel daarna onder de muzikale leiding van de bekende organist en dirigent John Propitius, die dit bijna 15 jaar blijft doen. Daarna volgt Albert van Maanen hem op, die de Jonge Lofstem al dirigeert. Maar Albert kan alleen op donderdag, en die wisseling van de maandag  naar de donderdag is een ‘aderlating’; zo gaat dat vaak bij koren en clubs. Het is een koor met circa 50 leden, ze verzorgen concerten en werken mee aan diensten.  Ze organiseren tot 1990 ook hun eigen Kerstconcerten, vaak met medewerking van De Jonge Lofstem. Ze hebben zoveel mannen, dat die zelfs apart concerten kunnen geven. Vox Jubilans zal er wel eens ‘jaloers’ op zijn geweest. Ook internationaal hebben ze hun contacten: in 1997 gaan ze zelfs naar Canada, om te zingen voor oud-strijders!

Uitnodiging voor het Ceciliafeest van het Pauluskoor in 1985, waar sketches gebaseerd waren op de Fabeltjeskrant, toen een ontzettend populair TV-programma voor de kleintjes, vlak voor het naar bed gaan, waar ouders ook van konden genieten, zulke aparte typetjes kwamen daar in voor; inderdaad nét mensen!

De Lofstem is een vereniging en de maandelijkse contributie in 1996 is f 15,-, anno 2015 € 10,-.

De Lofstem, hier op een foto uit 1996, met op de achtergrond de Dorpskerk van Hoevelaken.

Vox Jubilans

De contributie bij Vox Jubilans is in 1981 f 9,-, nu € 8,25, wat lager dus. Ze repeteren iedere dinsdagavond in De Stuw, maar terugkerend punt is dat de leden de repetities niet trouw genoeg bezoeken. Zo kunnen de ambities voor uitvoeringen van moeilijke werken niet optimaal worden waargemaakt.

Vanaf 1978 is Bram Stellingwerf de dirigent. Hij is al een aantal jaren oefenpianist, maar weet als dirigent het koor weer naar een hoger niveau te tillen. Op 24 april 1980 vieren ze met een concert in De Eshof hun 15 jarig bestaan, en in het najaar met een groot concert in Sparrendam, met een orkest er bij. Nog nooit heeft zoiets groots plaatsgevonden in Hoevelaken. De mensen genieten en er wordt hoopvol gezegd tegen het bestuur en dirigent: “Dit schept verplichtingen…” Maar dat kan niet meer in Hoevelaken.

Ze kiezen voor latere grote concerten de Joriskerk in Amersfoort. In 1985 voeren ze daar bijvoorbeeld de ‘Messiah’ van Händel uit, in 1987 ‘Die Jahreszeiten’ van Haydn, en in 1988 de ‘Johannes Passion’ van Bach. Bram Stellingwerf blijft tot 1991 dirigent, maar gaat van 1993 tot 1998 nog wel de algemene muzikale leiding doen van de Kerstsamenzang.

Om in die jaren de financiën rond te krijgen moet er wel van alles worden georganiseerd: verkoop van een eigen grammofoonplaat, verlotingen, wildverkoop, St. Nicolaasacties, oliebollenbakken en -verkopen. De leden hebben er veel plezier aan. Samen wordt ook de zaal van een uitvoering versierd, en voor de Kerstsamenzang halen ze in dezelfde ‘routine’ kerstgroen en -versiering op bij het tuincentrum aan de Horstweg, dat ze naderhand weer terug mogen brengen naar de winkel.

Het affiche van het concert ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van Vox Jubilans.

Ook bij Vox Jubilans is er steeds meer aandacht voor de gezellige kant van het zingen in een koor. Er wordt jaarlijks een feestavond (‘Voor Elck wat Wils’) georganiseerd, puzzel-fietstochten, en koordagen, waar naast het intensief repeteren voor het jaarlijkse grote concert ook ruimte is voor gezelligheid.

In 1978 organiseren ze ook een zomerconcert met populaire liederen van The Beatles, uit ‘Im weissen Rössl’ en ‘The Sound of Music’

Daarnaast zingen ze in die jaren bij aubades op Koninginnedag of bij de Culturele week in Hoevelaken, bij de Dodenherdenking op 4 mei, in kerken in Hoevelaken en Amersfoort, in Zon en Schild, op concerten van andere koren uit de buurt, en ieder jaar natuurlijk de Kerstsamenzang en de Kerstnachtdienst in De Eshof.

De Hoevezangertjes

Dit kinderkoor wordt als onderdeel van Vox Jubilans opgericht in 1967, en doet dat jaar ook meteen mee aan de Kerstsamenzang. Ze doen daarna ieder jaar met veel plezier mee, met wat ze noemen een ‘Kerstrondo’ van liedjes. Meedoen aan een kinderkoor blijft in die jaren een fijne bezigheid voor de Hoevelakense basisschoolkinderen. Het aantal leden varieert nog wel, maar meestal komen er tussen de 40 en 70 kinderen. Die zeggen dan dat ze “op zang zitten”, donderdagmiddag in De Stuw.

En vóór de zomer hebben ze hun eigen ‘uitvoering’, een musical, een zangspel, of iets dergelijks, meestal in Sparrendam. Die traditie begint in 1969, alle ouders en grootouders komen daar natuurlijk kijken!

De Hoevezangertjes olv Margo van Duijn geven in juni 1983 in De Stuw hun jaarlijkse uitvoering, dit jaar met historische liedjes, vanwege het 850-jarig bestaan van Hoevelaken. Bram Stellingwerf begeleidt op piano al improviserend, schrijft de krant bij de foto.

Tussendoor zingen ze soms in een kerk in Amersfoort, in De Eshof, op de opening van de nieuwe De Stuw, voor geestelijk gehandicapten, bejaarden.

Vanaf zomer 1972 hebben Margot van Duijn en Riet van Deuveren de leiding.

Tien jaar na de oprichting, vanaf 1977 hebben ze hun eigen financiën, los van Vox Jubilans. Dat schept wat ruimte. Het bestuur van Vox Jubilans blijft wel eindverantwoordelijk, want er moet een officiële vereniging zijn, voor de subsidie en de eisen van de Belastingdienst; een hele administratie.

In 1980 moet Riet van Deuveren stoppen bij de Hoevezangertjes en staat Margot van Duijn er alleen voor. Bram Stellingwerf, dan dirigent van Vox Jubilans, komt helpen met de pianobegeleiding.

Op 27 oktober 1980 zingt het koor o.a. op de afscheidsavond van Burgemeester Frans Hoekstra. Dat was natuurlijk ook een beetje als dank voor het feit dat de burgemeester en zijn vrouw bij de jaarlijkse uitvoering van de Hoevezangertjes in Sparrendam in 1976 alle ca. 50 kinderen hadden getrakteerd op een ijsje! In 1975 hadden ze namelijk, net na de vakantie, na een spontaan telefoontje en zonder enig oefenen in de tuin van de burgemeester gezongen voor bejaarden.

Begin 1985 stopt dit kinderkoor, misschien wel door z’n succes. De kosten zijn relatief hoog, en de mogelijkheden om een kostendekkende contributie te vragen te klein: de kinderen brengen wekelijks hun contributie mee en stoppen makkelijk met hun lidmaatschap. De financiële onzekerheden zijn mogelijk te groot geworden. Niet leuk. Voor de Kerstsamenzang betekent het dat vanaf dat jaar door Margot van Duijn een gelegenheids-kinderkoor wordt samengesteld, via een rondgang langs alle basisscholen in Hoevelaken. Best een klus, maar ook dat baant weer een pad dat tot op de dag van vandaag wordt bewandeld.

De Jonge Lofstem

Er blijft toch behoefte aan een christelijk kinderkoor, en in april 1986 wordt vanuit de Dorpskerk en De Lofstem het kinderkoor De Jonge Lofstem opgericht. Al gauw doen er wel 25 kinderen aan mee en worden er uitvoeringen gegeven in de Dorpskerk, al dan niet samen met de ‘grote’ Lofstem. Aangenomen mag worden dat de kinderen op individuele basis ook meedoen met de Kerstsamenzang.

De Jonge Lofstem op een concert in De Eshof in oktober 1988 olv Albert van Maanen.

Het Midweekkoor

Dit koor wordt in 1985 opgericht en oefent op woensdag, vandaar de naam. Het is niet zozeer op publieke optredens gericht, meer op fijn samen musiceren. De repetities worden ook in huiselijke omgeving gehouden. Ook het Midweekkoor gaat vanaf begin jaren ’90 jaarlijks meedoen aan de Kerstsamenzang.

Een foto uit het midden van de jaren ’80. Het Midweekkoor repeteert in De Eshof, olv Aly Lobel.

De Religion Singers

Riet van Deuveren, bestuurslid van Vox Jubilans, neemt eind jaren ‘60 het initiatief om een gospelkoor op te richten, speciaal voor jongeren vanaf 16 jaar. Het initiatief komt weliswaar uit de protestantse hoek, maar ook katholieke jongeren zijn welkom, geheel in de geest van de oecumene, die toen al behoorlijk leefde in Hoevelaken.

Bijzonder is wel dat dit koor buiten de vereniging Vox Jubilans valt, ook al zit Riet daar in het bestuur. Dit in tegenstelling tot de situatie t.a.v. de Hoevezangertjes, dat bedoeld was als ‘kweekvijver’ voor Vox Jubilans, maar je zou toch denken dat een jongerenkoor dat nog veel meer is. Was het bestuur van Vox Jubilans een beetje bang voor het nog wat nieuwe fenomeen van een jongerenkoor/club, en liet men het daarom graag apart?

De repetities van de Religion Singers zijn op vrijdagavond, en in de eerste jaren was het eigenlijk de enige christelijke activiteit voor jongeren in Hoevelaken die niet direct op geloofszaken was gericht.

Er is in De Stuw wel een ‘Soos’ voor iets oudere jongeren, georganiseerd door jongeren onder elkaar. Ze komen later samen in het oud-padvindersgebouwtje Hiawatha aan de Veenwal, dat door dorpshuis De Stuw in 1972 is overgenomen om alle jeugd en jongeren-activiteiten een plek te kunnen geven. De afgelegen plek vermindert ook mooi de regelmatige klachten van geluidsoverlast in de (oude) Stuw. Zo gaan dan veel leden eerst naar de repetitie van de Religion Singers en later op de avond naar de Soos aan de Veenwal.

De Religion Singers doen vanaf 1972 mee aan de Kerstsamenzang. De muzikale kwaliteit moet goed geweest zijn, want er wordt rond begin 1978 een LP (langspeelplaat) opgenomen in de Eshof-kerk ter ere van het 10-jarig bestaan.

De Religion Singers bleek wél een ‘kweekvijver’, maar dan voor relaties, en vandaag de dag wonen er nog echtparen in Hoevelaken, die hun 25 jarig huwelijksfeest al lang gevierd hebben, van wie hun romance begon bij de Religion Singers.

Regelmatig ging de groep in het weekend er op uit om in kerken te zingen, en er was jaarlijks een ‘uitje’, een korte vakantie met z’n allen. In 1979 gingen ca. 25 leden een weekend naar het Sauerland, waar ze kampeerden in een soort legertenten. Ze maakten wandeltochten, waarbij ze elkaar in een café halverwege moesten proberen te herkennen van kinderfoto’s (láchen!), hielden een zeskamp, en traden daar op in twee kerken.

De Religion Singers op een foto op de hoes van hun LP ‘We must believe’

Het was niet alleen een zanggroep; er zaten ook muzikanten bij de groep voor de begeleiding. Gert Timmerman van toen Topkring was hun vaste geluidsman en deed ook veel andere klusjes. Het heen en weer over de grens krijgen van de kostbare (muziek)instrumenten was nog een probleem in die tijd: ze moesten bij de grens allemaal geregistreerd worden bij de Nederlandse douane en er moest een borg van f 500 worden betaald, om bij terugkeer te kunnen bewijzen dat de instrumenten niet in Duitsland waren aangeschaft en Nederland invoerrechten was misgelopen…

Bij een dienst in een katholieke kerk werd met de organist overlegd wanneer de Religion Singers konden gaan zingen. “Als ik knik en ga inzetten, en let maar niet op de pastoor, die praat toch door tot jullie gaan zingen”, zei de organist tot hilariteit van de jongeren.

Riet van Deuveren geeft vanaf de oprichting in 1968 tot 1981 leiding aan de Religion Singers. Hierna houdt haar directe betrokkenheid met het koor op. Riet wordt als dirigent van 1981 tot de zomer van 1984 opgevolgd door Sipko van Gent. Van 1984 tot de opheffing van het koor in 1986 heeft Willem-Jan van Deuveren de leiding.
(Bron: Archief Sipko van Gent en artikel Hoevelakens Nieuwsblad van 18 juli 1984).

In 1989 wordt op initiatief van Walter de Vries en andere Eshof-jongeren vanuit het jeugdwerk binnen de Eshof het koor ‘Free” opgericht. De eerste tien jaar wordt dit koor geleid door Sipko van Gent, de zoon van Bram van Gent, die tussen 1966 en 1983, met een korte onderbreking, voorzitter is van Vox Jubilans. ‘Free’ gaat jaarlijks meedoen aan de kerstsamenzang en viert in 2015 haar 25-jarig jubileum!

De geluidsapparatuur en de muziek, die na het opheffen van de Religion Singers nog aanwezig is, wordt niet meer gebruikt. Beiden blijken oud en achterhaald.

De Jaos Singers

Binnen de Paulusparochie wordt ook een jongerenkoor opgericht, de Jaos Singers, ook onder leiding van Theo Keet. Er is weinig van terug te vinden in de archieven, maar in 1977 doen ze voor het eerst mee met de Kerstsamenzang. Tot en met 1983 doen ze daar regelmatig aan mee, daarna niet meer. Wanneer dit koor gestopt is, is niet te achterhalen.

Close Harmony, later Vocalgroup Hoevelakenlater Akkoord

Adri Dorrestein neemt in april 1986 het initiatief om een ‘close harmony’ zingend koor op te richten. Ze vinden een repetitieruimte in het Pauluscentrum, maar willen nadrukkelijk geen kerkelijk gebonden koor worden: close harmony kan je ook op jazzbasis zingen, zegt Adri in een krantenartikel. Hij woont nog in Amersfoort, maar komt in Hoevelaken wonen, en heeft in Amersfoort al heel wat koren gedirigeerd en opgericht. Het lijkt er op dat het koor toch een beetje het ‘gat’ opvult dat de kennelijk opgehouden Jaos Singers achterlaten.

Ze wijzigen in 1989 hun naam in Vocalgroep Hoevelaken en hebben dan 16 leden. Midden jaren ‘90 heten ze Vocalgroup Akkoord, en doen in 1998 en 1999 mee aan de Kerstsamenzang, vandaar dat we dit koor hier ook noemen. Maar eveneens omdat ze midden jaren ’90 een paar zeer lovend besproken concerten met andere koren en een kwintet geven in De Eshof. Op die concerten worden voornamelijk ‘in een modern jasje gestoken’ liederen ten gehore gebracht, in close harmony uiteraard. In 2001 houden ze op te bestaan. Er bestaat anno 2016 nog wel een Vocal Group Akkoord in Nijkerk.

De Vocalgroup – olv Adri Dorrestein op een repetitie begin 1988 in De Eshof, links Riet van Delden, uiterst rechts Lygia Matszat.

De Eshof Cantorij

In de geraadpleegde archieven en de kranten uit de jaren ’70 en ’80 zijn geen documenten, teksten of foto’s van de Eshof Cantorij te vinden. Blijkbaar namen zij toen niet deel aan het publieke muziekleven in Hoevelaken; het tweede criterium voor de beschrijving van de hiervoor genoemde koren in dit hoofdstuk.

Op zaterdagavond 26 oktober 1974 wordt in Topkring een zangfestival georganiseerd, waarvan de opbrengst bestemd is voor de (af)bouw van De Eshof. Daaraan doen 4 koren mee, waaronder Vox Jubilans en de Religion Singers, maar geen koor uit de kerken die De Eshof laten bouwen[8]. Daaruit mag je concluderen dat de Eshof Cantorij of een voorgaand koor uit die kerken met een andere naam toen nog niet bestond.

Gedocumenteerd over de jaren ’70 en ’80 is alleen dat Tom Doude van Troostwijk (1958-2015) in 1987 dirigent wordt van de Eshof Cantorij, tot 2004. Tom was naast zijn werk organist en kerkmusicus. Hij was de opvolger van Frits Ringers van wie, ondanks extra onderzoek, niet vastgesteld kon worden wanneer hij begonnen is als dirigent.

Wel neemt de Eshof Cantorij na 1991 voortaan deel aan de Kerstsamenzang. Tom Doude van Troostwijk is daar als musicus echter niet bij betrokken, wordt althans niet genoemd.

Ook anno 2016 wordt het koor nog niet genoemd in de gemeentegids Nijkerk, de andere hiervoor genoemde koren wel, voor zover niet gestopt. De Eshof cantorij maakt sinds begin jaren ‘90 wel deel uit van de Kerstsamenzang en het organisatiecomité, maar dus nog steeds niet aan het publieke muziekleven.

De periode 1990-2015

Hoe recenter de geschiedenis, hoe minder het gevoel van noodzaak om er uitgebreid over te schrijven. Met betrekking tot de Kerstsamenzang ook wel enigszins logisch: de meeste paden voor wijze van organiseren waren geëffend, de paden werden met tevredenheid bewandeld, ook in de tijdsperiode die we hier beschrijven. Het geeft ook weer goed de gemeenschapszin in Hoevelaken aan: waarom veranderen als het goed loopt, als het goed is, waarom wat nieuws? In die zin zijn de ‘nieuwkomers’ en de ‘autochtonen’ dan toch naar elkaar toe gegroeid…

Men vertrouwt elkaar inmiddels, en dat is toch het belangrijkste?

Laatste grote verandering bij de Kerstsamenzang

Voor wat betreft de locatie komt de rust en regelmaat helemaal terug: Topkring, dat vanaf 1992 Intres heet, heeft de enorme verbouwingen achter de rug. Gert Timmerman, hoofd Interne en Technische dienst daar tot 1997, en al jaren zeer betrokken bij de Religion Singers en de Kerstsamenzang, heeft het in die tijd voor elkaar gekregen dat er ook een enorm podium voor koren is aangeschaft voor de grote beurszaal.

Hij stelt dat er op dit grote podium zeker ook plaats is voor De Lofstem, en zo gebeurt het: ook de Lofstem en een jongerenkoor uit de Dorpskerk doen sindsdien ‘con amore’ mee aan de Kerstsamenzang. Vox Jubilans, de jubelende stem, en de lof-stem bij elkaar…

De eerste keer, in 1990, wordt de Kerstsamenzang nog gehouden met de apart optredende koren en tussendoor samenzang, maar men besluit, kennelijk ook onder invloed en met hulp van de mensen van De Lofstem, vanaf 1991 radicaal anders te gaan werken.

Net als bij het kinderkoor wil men voortaan één volwassenenkoor op het podium, samengesteld uit zangers van de verschillende koren uit Hoevelaken. En daarnaast één orkest en pianist/organist die de begeleiding verzorgen.

Het betekent dat er centraal muziek ‘aangemaakt’ moet worden. Dat vereist niet alleen goede algemene coördinatie, maar omdat er van kerstliederen vaak meerdere arrangementen/’zettingen’ bestaan, waarop de begeleiding dan weer moet worden aangepast, ook een strakke muzikale coördinatie met brede muzikale kennis. En omdat het orkest een variabele samenstelling kent (bijv. het ene jaar wel een contrabas, andere jaren weer een trompet of hobo er bij), moeten er veel orkestpartijen ‘bij’geschreven worden. Een hele klus.

En, ook heel anders: er moet nu gezamenlijk gerepeteerd worden, eerst door het volwassenkoor en het orkest apart, maar ook in een ‘generale’ samen.

De eerste twee jaar na de grote verandering heeft Henk van ’t Veer de algehele muzikale directie. Hij is dirigent van het harmonieorkest ‘Kunst na Arbeid’ uit Ingen, een plaatsje bij Buren in de Betuwe, dat de begeleiding nu doet. Vanaf begin jaren ‘80 heeft hij al met een ‘blazersgroep’ uit Amersfoort de begeleiding verzorgt.

In 1993 is de begeleiding in handen van de koninklijke Stedelijke Harmonie uit Apeldoorn, maar neemt Bram Stellingwerf, oud-dirigent van Vox Jubilans, de algehele muzikale leiding op zich. Hij doet dat tot en met de uitvoering van 1998.

In 1994 is de muzikale en organisatorische transitie compleet: er wordt geen orkest meer ‘ingehuurd’, maar zelf samengesteld uit lokale musici. Het vertrouwen is groot dat er voldoende goede musici, spelend op de juiste instrumenten, gevonden kunnen worden in Hoevelaken en omgeving, die zonder enige vergoeding wel willen repeteren en uitvoeren. En inderdaad, sindsdien worden jaarlijks wel een 25 musici bereid gevonden de Kerstsamenzang te begeleiden; geweldig!

Het orkest kan repeteren in Basisschool De Spreng, en vindt daar nog steeds een gastvrije plek. Zo zijn de laatste nieuwe paden geëffend in de geschiedenis van de Kerstsamenzang, die nog steeds zo bewandeld worden.

Een goede plek om dan toch een paar ‘namen’ te noemen, en wel van de dames Margot van Duijn en Riet van Deuveren. Het pleidooi van pastoor Deken Hoorneman in 1966, tijdens een bespreking over de sociale vernieuwing in Hoevelaken, om meer vrouwen bij de lokale besturen te betrekken hebben zij namelijk goed in praktijk gebracht.

Ze werkten allebei in het Hoevelakens basisonderwijs, Riet als invallend kleuterleidster (kleuterscholen stonden nog apart) en Margo als onderwijzeres op de Schimmelpenninck van der Oye-school. Beiden zongen ze vrijwel vanaf het begin in Vox Jubilans, waarbij Margot dan als alt vaak de tenoren moest ondersteunen, want die waren maar met z’n drieën…

Riet van Deuveren was lange tijd bestuurslid (‘algemeen adjunct’) van Vox Jubilans en tussen 1984 en 2001 voorzitter.

De Kerstsamenzang in 2011 met het sinds 1994 zelf samengestelde orkest van musici uit Hoevelaken en omgeving. Op de achtergrond het kinderkoor, vooraan algeheel dirigent Henk Boswijk.

Margot (directie) en Riet (begeleiding op piano) namen vanaf zomer 1972 de leiding van De Hoevezangertjes op zich. Riet moest daar in 1980 mee stoppen, maar Margot bleef dit tot het eind doen, tot begin 1985. Het ‘zangspel’ van de Hoevezangertjes, ieder jaar uitgevoerd aan het eind van het seizoen, in mei/juni, werd vaak geschreven door Margot van Duijn.

Riet richtte eind jaren ‘60 de Religion Singers op en was daar de dirigent van tot 1986.

Margot leidde ook blokfluitgroepen, die optraden op concerten van Vox Jubilans en van de Hoevezangertjes. Later leidt ze een jeugdorkest, dat mede de begeleiding verzorgt op de Kerstsamenzang 1984.

Margot leidde na het einde van de Hoevezangertjes in 1984 het ieder jaar uit kinderen van alle basisscholen uit Hoevelaken samengestelde kinderkoor van soms wel meer dan 100 kinderen, en deed dat, met een aantal onderbrekingen, tot en met 2004. Ze wilde er wel eerder mee stoppen, maar werd dan weer gevraagd, soms op het laatste moment. Dan rende ze van het orkest (ze speelde cello) naar het kinderkoor, om daar ‘even’ te dirigeren, en weer terug naar het orkest, want ja; daar ook voor geoefend!

Margot had ook een grote rol bij de nieuwe manier van werken (en oefenen) bij de Kerstsamenzang vanaf 1991/1994. Ze zocht de orkestleden, vaak natuurlijk onder oud-leerlingen, en schreef veel van de noodzakelijke extra partijen voor de verschillende muziekinstrumenten. Dat moest dan in de herfstvakantie in Spanje: ’s morgens schrijven, ’s middags naar het strand.

Dat het muziekleven in Hoevelaken in de jaren ‘90 op een toppunt is; de vele koren, zeer veel goede concerten; het is zeker de vrucht van eerst de stimulering door Dr. Klaarenbeek en later de inzet van deze twee dames. Vele (ex) Hoevelakers spreken met warme gevoelens over hen.

En denk niet dat de ‘organisatie-ontwikkeling’ stil staat: in 2000 wordt een enquête gehouden onder de deelnemende leden van de verschillende koren. Vindt men de organisatie zo goed? Nog opmerkingen, suggesties? En wat vindt men van de liederenkeuze? Men blijkt best kritisch.

In 2009 wordt een discussiestuk opgesteld waarin een analyse van de sterke en zwakke punten van de Kerstsamenzang wordt gemaakt, een inschatting van de toekomst en voorstellen voor veranderingen. Resultaat is dat er niet veel veranderd wordt. Het is goed zo, vindt de organisatiecommissie; de gebaande paden zijn prima.

En iedereen in Hoevelaken verbindt de Kerstsamenzang steeds meer met Topkring, Intres of Euretco, de naam van de organisatie sinds 2013. Dat een onderneming voor zoiets heel anders dan hun zakelijke activiteiten zo ‘synoniem’ is, is zeker de verdienste van allen binnen Topkring, Intres en Euretco die vanaf het begin in 1971 zich jaarlijks zo hebben ingezet. Niet alleen in veel werk, maar ook in het gunnen van heel veel gastvrijheid, mooi ook wel ‘sponsoring in natura’ genoemd.

Er is maar één jaar geweest waarin de afspraak, dat als de grote zaal commercieel verhuurd kan worden, de Kerstsamenzang niet door kan gaan, inderdaad effect kreeg. Het was het gedenkwaardige jaar 2002, ook nog een cijfermatige palindroom.

De ontreddering was groot, maar ook het begrip.

Versiering van de zaal door vrijwilligers vanuit de organiserende kerken en koren is ook niet meer nodig: ook dat wordt de laatste jaren door de Euretco-mensen sfeervol zelf aangebracht. En de geluidsversterking wordt ieder jaar weer beter. Vanaf 1990 is hun grote zaal de vaste plek voor de uitvoering, ook een 25-jarig jubileum dus!

Gemeentelijke aandacht

Na de hiervoor beschreven ‘interventie’ van de Gemeente Hoevelaken in 1980 is er in 1984 één schriftlezing gedaan door burgemeester Henk Jager (PvdA), die van 1981 tot 1987 in Hoevelaken stond.

Voor de jubileumviering in 2015 is burgemeester Gerard Renkema van Nijkerk bereid gevonden de avond te openen. Het is fijn te weten dat een duidelijke ‘dorpstraditie’ als de Kerstsamenzang kan rekenen op de belangstelling van onze burgemeester en de Gemeente als lokale overheid.

Hier eindigt voor ons deze geschiedschrijving: met de wetenschap dat er een 50e Kerstsamenzang komt, op 12 december 2015.

Tot slot

Kinderen brengen ieder jaar onder het zingen van een lied het licht naar binnen, de zaal is minimaal verlicht, de heldere kinderstemmen met hun kaarsjes verlichten hoofd en hart.

Kerstsamenzang gaat over de geboorte van Jezus Christus, het Kind dat de hoop voor de wereld zou worden, het Licht van de wereld. De kinderen in de Kerstsamenzang hebben daarom al sinds het begin een bijzondere rol, zij brengen het licht binnen aan het begin van de avond. Zij zingen daarna hun ontroerende medley van kerstliedjes.

De organisatoren hebben daar in de nu 50-jarige geschiedenis van de kerstsamenzang mee willen zeggen: het kind mag strálen, als de symbolische Ster van Bethlehem.

Noten

[1] Die kerk was oorspronkelijk een schuur geweest naast Hoeve Bouwlust, en had vanaf 1925 een afdeling van de Gereformeerde Gemeente uit Barneveld onderdak geboden, een gemeente onder leiding van Ds. Fraanje, een man die niet hield van organisaties en hun regels, en veel aanhang kreeg op de Veluwe. Het is afgebroken toen de Paulusparochie haar nieuw gebouwde onderkomen aan De Veenslag 1 kreeg in 1975. Op die plek staat nu het kantoor van makelaardij ‘de traa’, naast de Chinees.

[2] Toentertijd sprak men dan vaak over ‘een stencil’, want zoiets werd dan via de stenciltechniek gedupliceerd. Zelfs na 50 jaar ruik je nog de typische geur van de stencilinkt als je in die oude archieven duikt.

[3] Het zijn weliswaar cijfers uit 1979, maar in dat jaar waren er in Hoevelaken ca. 2500 jongeren, en ‘maar’ 400 mensen boven de 65 jaar in Hoevelaken (Bron: concept Sociaal-cultureel Plan en Programma Hoevelaken – februari 1981). Anno 2015 zijn de verhoudingen waarschijnlijk  min of meer omgedraaid!

[4] De afkorting B.A.K. wordt nog altijd gebruikt op de Gemeentepagina’s, om het goede doel aan te geven van de papierinzameling naast de bibliotheek. Nu wordt het voor het onderhoud van De Eshof gebruikt. De moderne spelling past helemaal in die tijd, waarin ook geschreven werd: aksie!

[5] Dat men veel voor een eigen gebouw over had blijkt wel uit het feit dat men per jaar aan huur van de ruimte op zondag in De Stuw maar f 4000,- (anno 2015 is dat € 5250) kwijt was, een bedrag qua huisvestingskosten dat een veelvoud werd met De Eshof!

[6] Het heeft wel als consequentie dat de kosten van de Kerstsamenzang niet meer in de begroting van Vox Jubilans worden opgenomen. Vox Jubilans krijgt jaarlijks over haar totale tekort een gemeentelijke subsidie, en de Kerstsamenzang moet het sindsdien dus zonder subsidie doen.  De commissie wordt verantwoordelijk voor haar eigen kosten, zoals pianohuur e.d. Die worden afgetrokken van de opbrengsten van de collecte voor het goede doel. Die brengt maar een f 2,- of later € 2,- per bezoeker op, zodat de commissieleden in de loop der jaren heel wat kleine kosten maar voor eigen rekening hebben genomen.

[7] De Dorpsdag bestaat in 2015 toevallig 30 jaar, ook een felicitatie waard!

[8] In de krant waarin een recensie van deze avond worden ze de Hervormde Wijkgemeente in Wording en de Gereformeerde Kerk genoemd. Ze huurden toen al jaren een zaal in De Stuw.

Bronnen:

Archief foto’s Gerrit Steen, Hoevelaken

Archief foto’s, kranten en website Historisch Hoeflake

Archief organisatiecommissie Kerstsamenzang 1999-2015, met dank aan Thea en Albert Hegge en Wim Schuijt

Archief ‘Vox Jubilans’ 1965-1981, met dank aan Dhr. R. Hulst

Hemels Hoevelaken en Heilig Nijkerk – John Exalto en Fred van Lieburg, Uitgeverij Mozaïek, 2013

Hoevelaken 1132-1982 – Aart Veldhuizen, Uitgeverij Bekking, Amersfoort, 2e druk, 1993

Pauluskoor 40 jaar – 1963-2003, met addendum 2003-2013

Rondom ‘De Eshof’, diverse nummers

Editie 2016

Stad Nijkerk, 19 oktober 2016